In de tekening hiernaast is eens begonnen met heel eenvoudige ‘wiebertje-motief’ van - steeds een klezoor verschoven - een kop, twee strekken en weer een kop. Er ontstaan diagonale banden die op verschillende manieren kunnen worden verschoven. En het kan al snel ingewikkeld worden! Helemaal onderaan een variant waarbij steeds twee stroken samen een trappetje worden opgeschoven. Ziedaar, zomaar op te bouwen uit lagen van 4 koppen gevolgd door 4 strekken. Nadere beschouwing leert dat eenzelfde laagpositie zich om de 24 lagen herhaalt. Dat is niet verrassend: 4 strekken en 4 koppen levert samen precies 24 klezoorposities of tanden op... In de pagina hiernaast zijn een aantal van deze meta-patronen uitgeprobeerd. Veel groter of complexer worden de motieven al snel onherkenbaar; maar van dit formaat geven ze een bijzonder, bijna Moors resultaat.
Tijdens het experimenteren met in elkaar geschakelde herkenbare vormen doet zich wel een bijzondere ontdekking voor. Als je begint met een bepaalde vormen, dan volgt daar een systematische beschrijving van. Soms is deze heel eenvoudig en kort en soms wordt het een ellenlange reeks van verschillende steenvolgorden, die zich pas om heel veel lagen weer herhalen. De wiebertjes hiernaast laten al zien dat de wijze van schakeling korte elegante, en lange lelijke formules kan opleveren. Bij wat grotere basisvormen die vaak zijn opgebouwd uit diagonale trapjes kunnen deze vaak echter net iets langer of korter gekozen worden, wat voor het herkenbare - secundaire orde - patroon niet veel uitmaakt. Het kan dan gebeuren dat het patroon op eens op te delen is uit zichzelf herhalende delen, waardoor de formule veel kleiner en daarmee veel eleganter wordt. Voor een niet-winskundige is het moeilijk te voorspellen, maar het loont vaak om kleine variaties binnen een thema uit te proberen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten